Guido van der Werf onderzoekt hoe de wereldwijde koolstofcyclus en het klimaat elkaar beïnvloeden.
Brandende vragen over ontbossing
Ons klimaat warmt op doordat de hoeveelheid broeikasgassen in de atmosfeer per saldo toeneemt: we stoten bijvoorbeeld meer kooldioxide uit dan er door planten uit de lucht wordt opgenomen.
Grootste boosdoener is de verbranding van fossiele brandstoffen zoals kolen, olie en gas, maar ook het afbranden van bossen en grasland produceert broeikasgassen. Als verbrand bos plaats maakt voor lichtere vegetatie, neemt de hoeveelheid kooldioxide in de atmosfeer per saldo verder toe.
Bos- en graslandbranden stoten nu ongeveer evenveel kooldioxide en methaangas de lucht in als heel Europa bij elkaar. Daarbovenop komen andere ernstige gevolgen, zoals complete landen die af en toe maandenlang verdwijnen in wolken fijnstof.
Van der Werf is een wereldwijde autoriteit als het gaat om het in kaart brengen van branden en hun gevolgen. Samen met Amerikaanse collega’s bouwde hij de ‘Global Fire Emissions Database’, een wereldwijde databank gebaseerd op satellietfoto’s en andere meetgegevens van de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA. Dankzij die databank kan elke onderzoeker ter wereld van jaar tot jaar volgen waar op aarde stukken bos of grasland in rook zijn opgegaan en hoeveel broeikasgassen daarbij werden uitgestoten.
Mede dankzij die rijke, vrij toegankelijke collectie gegevens wordt steeds meer duidelijk over de cruciale interacties tussen de wereldwijde koolstofcyclus en ons klimaat, en hoe veranderend landgebruik in negatieve of positieve zin kan bijdragen aan de opwarming van de aarde.